Ik en Mijn Beperkingen
Sat Jul 18, 2020 · 637 words

Al sinds mijn jeugd worstel ik met aandachtsproblemen. Ik kreeg mijn hoofd niet helder en ik liet alles uit mijn handen vallen. Ik geraak nooit echt wakker. (Ik ken iemand die dyslexie heeft. Wat ik heb is daaraan verwant.) Daardoor neig ik ernaar te dagdromen, waardoor ik vanaf twaalf jaar problemen kreeg met studeren. Op de middelbare school moest ik om die reden tot twee keer toe van richting veranderen. De tweede keer had ik zware buizen en het zag er even niet goed uit (een B-attest). Na het middelbaar deden de meeste mensen die ik kende geneeskunde, ingenieurswetenschappen, rechten en dergelijke meer. Mijn vader schreef mij in voor filosofie, in zijn ogen een vuilbakrichting. Maar ik was gemotiveerd, werkte redelijk hard, waardoor men mij capaciteiten toeschreef die ik niet heb. Een tijd lang kon ik bij sommigen het idee levend houden, dat ik misschien geen duidelijk of goed uitgewerkte filosofie kon produceren, maar dat er toch iets diepzinnig verborgen zat in wat ik vertelde. Ik waagde mij aan een doctoraat, maar ik slaagde er niet in om mijn artikels gepubliceerd te krijgen, en ik woog op mijn collega’s. Gaandeweg werd duidelijk dat ik niet in de wieg gelegd was om op een dergelijk niveau te presteren. Maar het was elders niet zoveel beter. We zijn opgenomen in een dicht netwerk van verwachtingen. Ik probeer mij zoveel mogelijk afzijdig te houden. Ik vertrouw mezelf niet – niet met taken in een werksituatie, niet met een liefdesrelatie, niet met een kind.

Je moet er niet op aansturen om te mislukken, om te koketteren met mislukkingen of zwakheid. Wat je leert in het christendom is dat zwakte een sterkte kan zijn. Maar dan moet je goed beseffen wat daarmee bedoeld wordt. De Heer zegt tot Paulus: ‘Je hebt genoeg aan mijn genade. Kracht wordt juist in zwakheid volkomen’ (2 Kor 12, 9). Alles wat status en gewicht heeft in deze wereld, knielt voor de Heer, omdat de wereld knielt. Tegelijk is de Heer er voor ieder die zich tot Hem richt. Hij is een kaartjesknipper: wat je situatie ook is, je kan je tot hem richten, en dan maakt hij een gaatje in het dicht netwerk van krachten en verwachtingen, een gaatje waar licht door schijnt. Het verblindt niet zoals op de weg naar Damascus. Maar het schijnt net genoeg.

Ik ben er iedere keer weer verwonderd over hoe belangrijk de mensen waar ik het meest mee te maken krijg, hun cursus honorum vinden. Ze compenseren die drang met morele verontwaardiging over een rits onderwerpen, met sociaal engagement dat meestal symbolisch blijft. Ik kan daar geen genoegen mee nemen. Misschien omdat ik geen cv heb waarmee ik kan concurreren. Sinds mijn doop behoor ik toe aan Christus. ‘Vivit!’ is de gebeurtenis waar ik mij aan oriënteer. Daar ligt de maat van mijn succes.

De triggers die melancholie als een dik en zwaar laken over mij gooien, zijn er nog altijd – maar ze hebben hun absoluut karakter verloren. Het is een zonde om de fouten van het verleden en de fouten die je blijft maken, te laten doorwegen, omdat ze tussen jou en de Heer kunnen komen (Fil. 3, 13). Natuurlijk moet je aan jezelf werken, proberen sterker te worden, teneinde de taken die zich aanbieden zo goed mogelijk tot een goed einde te brengen. Maar dat kan nooit een doel op zich worden. Het ultieme doel is open staan voor de genade. Ik kan alleen maar open staan indien ik mezelf (de frustraties, de gevoeligheden, de neuroses) los laat.

Dankzij de Heer en wat Paulus mij leert over de Heer, slaag ik er in een zinvol leven toe te laten. Ik ben niet efficiënt, maar ik doe mijn best. Als dat niet goed genoeg is, dan heb ik mij in de eerste plaats te verantwoorden tegenover de Heer.


back · Posts · Gallery · Portfolio · Who is Wim? · creative commons licence · main