Kind en Gemeenschap
Thu Aug 13, 2020 · 880 words

Stel dat ik een vrouw ben, bijna vijftig, en ik besluit nog een kind te hebben. Dat zou men best wel vreemd vinden. Maar voor een man is het ok? Stop met denken op basis van de geslachstdelen. Maak daar eens even abstractie van. Je bent een mens van vijftig of bijna vijftig en je hebt je eerste kind. Dat is wat ik moet overwegen. Je moet niet eerst met het geslacht beginnen en dan met twee maten en gewichten gaan werken. Het werk dat je er in zal moeten steken is hetzelfde. Het werk (brood op tafel, luiers verversen, een huis schoon houden, aandachtig zijn voor de noden, geduldig zijn met het wenen …) blijft invariant onder transformatie van geslachtsdelen (zegt de wiskundige in mij).

Een kind is een groot project. Het is een mooi project. Toen ik veertig werd overwoog ik het volgende. Ik heb geen capaciteiten die goed in de markt liggen. Ik kom nipt rond. Ik heb geen vooruitzichten (de carrière die ik had lag op apegapen, geen nieuwe in het vooruitzicht). Ik ben geen Malthus, maar ik heb een kind van nabij meegemaakt; ik besef wat er komt bij kijken; ik denk: heb geen kinderen waar je niet kunt voor zorgen.

Een kind is een groot project, een mooi project. Binnen middelange termijn zitten we wereldwijd met een te laag geboortecijfer, zegt een maatschappijkritisch filosoof in een opiniestuk. Zelfs los daarvan ben ik helemaal voor de vaste relatie, het gezin, het op de wereld brengen van een nieuwe ziel; het aankleden van een nieuwe ziel: eerst met vlees en organen in de buik, dan met houdingen, normen en idealen binnen de huiskerk.

Net omdat ik al die dingen geloof, knoop ik mijn zaadproductie af. Ik doe het uit respect en bewondering voor wie wel de keuze maakt. Het kan niet zijn dat je tot je vijftigste treuzelt, en dan zegt: weet je wat, ik heb er toch zin in. Dat is meestal wat er gebeurt. Het kan natuurlijk dat je altijd al een kinderwens had, maar dat je er door omstandigheden niet aan toe kwam. En dat is ten dele ook wat mijn leven. Ik ben in een stevige depressie terecht gekomen. Toen ik er begon uit te komen, zo rond mijn veertigste, dacht ik: wat nu? Ik heb toen een keuze gemaakt. Enkele jaren geleden kwam ik bijna terug op die keuze. Ik ontmoette een prachtige vrouw. Het overkomt mij wel meer dat ik prachtige vrouwen ontmoet. Maar nu kwam er al snel een relatie van. Voor ik het wist had ik bijna een kind gemaakt. Iets heeft mij tegen gehouden. Ik begon te denken. Nee, het is te laat. Ik kan het niet, zo plots er toch nog aan beginnen, na al het meanderen, na een lange zoektocht om mezelf te vinden. Het gebeurde rond de tijd dat ik mij liet dopen en zondag naar de viering ging in de Kerk. De liefde is het fundament van mijn wereldbeeld. En net daarom. Je zou kunnen denken, zijn het niet de christenen die zoveel belang hechten aan huwelijk en gezin? Ja, dat klopt. Reden te meer om er niet lichtzinnig over te doen. Mijn beslissing zou lichtzinnnig geweest zijn.

Hier ben ik meer dan ooit van overtuigd: we zullen jonge mensen niet kunnen motiveren om op tijd en met een voldoende aantal kinderen te maken, indien het niet tegelijk perfect legitiem is binnen de samenleving om je behoefte om te zorgen, om jezelf voor anderen op te offeren, ook op andere nodig manieren in de praktijk te brengen. Hier is de paradox. Het is de individualisering - het kerngezin dat sinds WOII dominant is (en dat invariant blijft wanneer men het qua ideaal openstelt voor mensen van een gelijk geslacht, voor mensen die van geslacht veranderen, voor alleenstaande moeders) - die er voor zorgt dat er te weinig kinderen geboren worden. Intimiteit is maar mogelijk dankzij de sociale banden. Wie doet de ‘monaden’ communiceren? Gezinnen hebben net mensen nodig die een sociaal weefsel onderhouden dat complementair is aan het cocon.

We hebben allen een intrinsieke behoefte om te zorgen. De meest voor de hand liggende manier om aan die behoefte te voldoen, is: een kind maken en dat opvoeden. Maar in deze samenleving leeft ook een verkrampte onuitgesproken verzuchting naar meer gemeenschap. Dat we - man en vrouw, wit en zwart, atheïst of gelovig, hetero of homo … - variabel kapitaal zijn, is een bevrijding. Maar de burgerlijke samenleving maakt ook eenzaam. Individualisme en gemeenschap is nog een ander probleem dan vrijheid en gelijkheid. Het is omwille van een behoefte aan gemeenschap dat ik er een knoop in leg. Ik ben helemaal voor ouderschap. Ik geloof daar in. Net daarom sluit ik dat af. Ik zie teveel mensen rondom mij nog op het laatste nippertje (sommige mannen, wanneer ze al vijftig, zelfs voorbij de vijftig zijn) er toch nog aan beginnen. Ik heb op mijn veertigste besloten.

Deze samenleving verdient het niet om te overleven, indien de enige manier waarop je je niet alleen zult voelen, erin bestaat om een kind te maken. Kinderen maken en gemeenschap zou niet mogen samen vallen. Het is alleen in een individualistische samenleving als de onze dat ze samen valt. Daarom dat er zo weinig kinderen worden gemaakt.


back · Posts · Gallery · Portfolio · Who is Wim? · creative commons licence · main